Het belang van vezels in voeding

Gepubliceerd op 13 januari 2024 om 10:54

Paarden zijn in de loop van duizenden jaren geëvolueerd, maar wat niet veranderd is, is de behoefde aan vezels uit ruwvoer. Ruwvoer is daarom dan ook de basis van het rantsoen. Tegenwoordig haalt het moderne paard vezels uit gras, hooi, stro en andere voeding zoals luzerne of bietenpulp. Deze vezels zijn goed voor de spijsvertering, bevredigen de honger, geven een basis energie en verbeteren de mentale en fysieke gezondheid door het stimuleren van het maag-darmkanaal.

Het moderne 5* eventingpaard heeft nog steeds dezelfde voedingsbehoefte als paarden uit de middeleeuwen, namelijk minimaal 16 uur per dag eten en bewegen. Voor het maag-darmkanaal is het essentieel dat een paard iedere dag veel vezels eet. Het dieet van het middeleeuwse paard beperkte zich vaak tot gras en granen. Tegenwoordig hebben paarden toegang tot voedingsvezels in verschillende soorten eten van goede kwaliteit.

Vezelbronnen kunnen variëren, maar je kunt de vezels zelf in twee soorten verdelen: fermenteerbare en niet-fermenteerbare vezels. Bacteriën, virussen en gisten breken vezels af in de blinde darm en dikke darm. Samen wordt dit het microbioom genoemd. De vezels worden vervolgens omgezet in vluchtige vetzuren die het lichaam van het paard van energie voorzien. Niet-fermenteerbare vezels leveren geen energie, maar hebben wel een andere belangrijke functie. Deze vezels vormen namelijk darminhoud en stimuleren het kneden van de darmwand. Dit proces verplaatst het voedsel door de darm. Omdat ruwvoer zo vezelrijk is, is het wel belangrijk om de tanden jaarlijks te laten controleren. Een goed gebit is cruciaal bij de start van de vertering, namelijk het kauwen waardoor een paard speeksel gaat produceren.

Het darm micriobioom is dus essentieel voor de vertering van vezels. Een overwicht aan micro-organisemen betekent dat het microbioom een positieve invloed heeft op de gezondheid van je paard. Suikerrijke of zetmeelrijke voeding, maar ook stress en antibiotica, hebben een negatief effect op dit darmmicrobioom. Beperk dus de inname van suiker en zetmeel (vaak in de vorm van granen in paardenvoeding). In overleg met een dierenarts of voedingsdeskundige, kan er voor gekozen worden om probiotica of prebiotica toe te voegen aan de voeding. Probiotica zijn microben die spijsverteringsstoornissen kunnen stabiliseren. Prebiotica zijn voedsel voor goede darmbacteriën.

Wanneer een paard geen of licht werk doet, dan kan hij waarschijnlijk alle energie uit gras of hooi halen. Er zijn echter meerdere factoren om rekening mee te houden. De tijd van het jaar bepaalt ook de hoeveelheid energie die het paard nodig heeft om in conditie te blijven. Zo verbrandt een paard in de winter meer energie dan in de zomer om warm te blijven. Wanneer de temperatuur daalt, stopt het gras met groeien en bevat het minder voedingsstoffen. Het kan dan nodig om bij te voeren met goed hooi of andere vezelrijke voeding.

Jonge paarden, oude paarden, drachtige merries en paarden die veel getraind worden, hebben meer energie nodig dan zij alleen uit vezels van gras of hooi kunnen halen. Voor deze paarden zal het ruwvoer aangevuld moeten worden, bijvoorbeeld met een balancer of gerichte energie of eiwitten. Voeg deze aanvulling geleidelijk toe, zodat de darmen kunnen wennen aan de verandering van voeding.

Paarden halen de meeste vezels die ze nodig hebben uit het ruwvoer. Een paard kan in principe nooit teveel vezels binnen krijgen. Maar de vezelabsorptie is echter ingewikkelder dan het lijkt. Teveel vezels uit ruwvoer is niet mogelijk, maar ruwvoer bestaat uit meer dan alleen vezels. Ruwvoer bevat ook suiker, energie en eiwitten. Onbeperkt ruwvoer is dus niet voor ieder paard gezond. Het is belangrijk om te weten hoeveel energie je paard verbruikt en hoeveel je voert. Een ruwvoeranalyse kan helpen om te bepalen hoeveel en welke soort ruwvoer je paard dagelijks nodig heeft.

Kortom:

  • Voer je paard voldoende vezels. Een paard moet minimaal 1,25% van zijn lichaamsgewicht aan droge stof uit ruwvoer kunnen halen. Het kauwen van lange vezels kost tijd en draagt bij aan het mentale welzijn.
  • Wees voorzichtig met het voeren van suiker en zetmeel, met name in de tijd dat het gras snel groeit en dus ook veel suikers bevat. Kies voer dat goed verteerbaar is en controleer altijd het etiket. Voer afhankelijk van geleverde arbeid, gezondheid, ras en leeftijd.
  • Voer weinig en vaak. Paarden moeten van nature het grootste deel van de dag eten. Het is daarom beter om verspreid over de dag meerdere kleine beetjes te voeren dan een grote hoeveelheid in een keer. Lukt het niet om meerdere keren per dag te voeren, maak dan gebruik van slowfeeders, zodat de eettijd vertraagd wordt en een paard langer over de voeding kan doen. Controleer ook regelmatig de mest.
  • Paarden produceren speeksel tijdens het kauwen. Dit bevordert de spijsvertering en neutraliseert het maagzuur. Door de hele dag te kunnen eten, voorkom je maagzweren.
  • Voer alle veranderingen in de voeding langzaam uit. Het microbioom houdt niet van veranderingen en het heeft even tijd nodig om hier aan te wennen.

Reactie plaatsen

Reacties

Er zijn geen reacties geplaatst.